Zomerakkoord opent perspectieven voor interessante uitkeringen

Fiscale tips accountant boekhouder zomerakkoord

Het zomerakkoord van de regering Michel brengt een grondige hervorming van de vennootschapsbelasting met zich mee. De hervorming zal in twee fasen verlopen, 1e fase vanaf aanslagjaar 2019, de 2e fase vanaf aanslagjaar 2021.

Momenteel is nog niets definitief. De wetteksten worden zoals gewoonlijk verwacht in het Staatsblad van
31 december 2017.

De tariefdaling binnen de vennootschapsbelasting is de absolute blikvanger. Vanaf aanslagjaar 2019 bedraagt het basistarief 29,58% (incl. crisisbijdrage). Het basistarief daalt vanaf aanslagjaar 2021 verder naar 25%. (met afschaffing crisisbijdrage)

Het nieuw verlaagd tarief voor KMO vennootschappen is 20,4% (incl. crisisbijdrage) t.e.m. aanslagjaar 2020 en 20,00% (0% crisisbijdrage) vanaf aanslagjaar 2021, op de eerste schijf van 100 000,00 EUR. Om te kunnen genieten van de verlaagde tarieven moet de vennootschap aan enkele voorwaarden voldoen. Belangrijkste wijzigingen hieromtrent zijn de volgende:

  • de vennootschap moet eveneens een KMO vennootschap zijn conform art. 15, §§ 1-6 W. Venn. (cumulatieve voorwaarde)
  • de minimale bedrijfsleidersbezoldiging van 36 000,00 EUR wordt opgetrokken tot 45 000,00 EUR
  • de maximum 13 % dividendregel wordt geschrapt

Het zomerakkoord opent een aantal perspectieven voor uitkering van dividenden. 


verlaagd tarief
schijf < 100 000,00 EUR
incl. crisisbijdrage

Liquidatie/
Dividend
30 %

Liq.res.
ontbinding
10 %

Dividend
VVPR bis
15%

Liq.res.
< 5 j.
30%

Liq.res.
> 5 j.
15%


Winst vóór belasting

100,00

100,00

100,00

100,00

100,00


Vennootschapbelasting

-20,40

-20,40

-20,40

-20,40

-20,40


Te bestemmen winst

79,60

79,60

79,60

79,60

79,60


Anticipatieve heffing

0,00

-7,24

0,00

-7,24

-7,24



79,60

72,36

79,60

72,36

72,36


Roerende voorheffing

-23,88

0,00

-11,94

-14,47

-3,62


Netto uit te keren

55,72

72,36

67,66

57,89

68,74









Belastingdruk

44,28

27,64

32,34

42,11

31,26




basistarief of
schijf > 100 000,00 EUR
incl. crisisbijdrage

Liquidatie/
Dividend
30 %

Liq.res.
ontbinding
10%

Dividend
VVPR bis
15 %

Liq.res.
< 5 j.
30 %

Liq.res.
> 5 j.
15 %

Winst vóór belasting

100,00

100,00

100,00

100,00

100,00

Vennootschapbelasting

-29,58

-29,58

-29,58

-29,58

-29,58

Te bestemmen winst

70,42

70,42

70,42

70,42

70,42

Anticipatieve heffing

0,00

-6,40

0,00

-6,40

-6,40


70,42

64,02

70,42

64,02

64,02

Roerende voorheffing

-21,13

0,00

-10,56

-12,80

-3,20

Netto uit te keren

49,29

64,02

59,86

51,22

60,82







Belastingdruk

50,71

35,98

40,14

48,78

39,18

Momenteel gaan we er van uit dat aan het principe van de liquidatiereserve niets wordt gewijzigd. Mits betaling van een anticipatieve heffing van 10 %, betaalt u geen roerende voorheffing meer bij een latere ontbinding, of betaalt u 5% roerende voorheffing bij uitkering na een wachtperiode van 5 jaar. Naar aanleiding van de daling van de belastingtarieven bedraagt de totale belastingdruk nog respectievelijk 27,64% of 31,26% (tweede en vijfde kolom) op de eerste schijf van 100 000 EUR in de veronderstelling van het verlaagd tarief en 35,98% of 39,18% (tweede en vijfde kolom) in de veronderstelling van het gewoon tarief. (Gedurende het aanslagjaar 2019 en 2020).

Indien we dit vergelijken met de belastingdruk op wedden zijn dit uiterst interessante uitkeringen. Bovendien komen deze uitkeringen niet in aanmerking voor sociale bijdragen.

Ook de regeling rond de VVPR bis aandelen blijft vermoedelijk overeind.

Opgelet: het aanleggen van een liquidatiereserve en de mogelijkheid tot het vormen van VVPR bis kapitaal (onder bepaalde voorwaarden) is nog steeds enkel mogelijk voor KMO vennootschappen.

De tarieven roerende voorheffing wijzigen niet. Intresten op uw rekening-courant in de vennootschap blijven aan een inhouding van 30% (bevrijdende) roerende voorheffing onderworpen. Opdat deze intresten aftrekbaar zijn in de vennootschapsbelasting is onder meer van belang dat de toegepaste intrestvoet de marktrente niet overschrijdt. Vanaf aanslagjaar 2021 zal het criterium ‘marktrente’ duidelijk gedefinieerd worden.

Frank Sanctorum

Januari 2018